Toepassingskaart 8: Nederlands als tweede taal: woordenschatdidactiek
Bij deze toepassingskaart is de opdracht gekregen om een lessenserie van een zaakvaktekst te maken. Ik heb gekozen voor een WO les. In deze les staat veel informatie over de natuursverschijnselen. Met behulp van het win-win model maak ik de stappen voor de leerlingen kleiner. Hierdoor gaan zij stap voor stap te werk met deze zaakvaktekst, waardoor ze het beter zullen begrijpen. De lessenserie bestaat uit drie verschillende lessen.
Les 1: Ervaringscontext aanbrengen
Introductie: Ik vertel de leerlingen dat we aan de slag gaan met een WO les, maar dan net anders dan dat ze gewend zijn. Ik vertel de leerlingen ook dat wij het deze les gaan hebben over de natuursverschijnselen. Waar denken ze aan bij natuurverschijnselen? Tijdsduur 3 minuten
Kern: Op elke sheet van de ppt staat een plaatje met het begrip erboven.
Foto | Onderwerp |
1 | Aardbeving |
2 | Tsunami |
3 | Tornado |
4 | Vloedgolf |
5 | Mineralen |
Bij elke foto vertellen de leerlingen kort wat ze er over weten. Tijdsduur 15 minuten
Slot:
De leerlingen krijgen nu allemaal een werkblad met daarop aan de ene kant de begrippen en aan de andere kant de plaatjes. Beide in willekeurige volgorde. Het is nu de bedoeling dat ze het goede begrip aan het juiste plaatje koppelen. Hierdoor kan ik zien of de koppeling tussen schrift en visueel er is. Tijdsduur 5 minuten
Les 2: De Tekst behandelen
Introductie: Er wordt terug gekoppeld naar de vorige les. De begrippen van les 1 staan alle 5 op het bord geschreven. Welke begrippen weten zij nog? En weten ze nog wat de begrippen inhouden? ijdsduur 5 minuten
Kern: De leerlingen openen het boek op de juiste pagina. In de tekst staan een aantal moeilijke woorden. Op het bord staan deze woorden geschreven. Ook hier vraag ik of de leerlingen kunnen vertellen wat ze betekenen. Weten ze het niet kan een leerling dat opzoeken op google of in het woordenboek. We gaan de tekst nu gezamenlijk klassikaal lezen. Per deelkopje vraag ik een leerlingen om in één zin te vertellen wat er eigenlijk staat. Tijdsduur 20 minuten
Slot: Aan het eind van de les vertellen de leerlingen kort wat zij deze les geleerd hebben. De leerlingen krijgen allemaal een nummer van 1 tot en met 5. De cijfers zijn gekoppeld aan de begrippen. Ze schrijven nu allemaal de betekenis hiervan op. Alle leerlingen mogen 1 voor 1 hun antwoord geven. Dit doen we begrip voor begrip. Tijdsduur 15 minuten
Les 3: Laten toepassen van het geleerde
Introductie: Aan het begin van de les herhaal de leerlingen opnieuw de begrippen die we besproken hebben tijdens les 1 en les 2. Deze begrippen staan ook weer op het bord, zodat zo ook de schrijfwijze weer zien. Weten de leerlingen nog wat deze begrippen betekenen? Hierna kijken we weer even kort de ppt van de 1e les door om het geheugen op te frissen.Tijdsduur 5 minuten
Kern: De leerlingen zijn gewend om te werken met mindmaps. Ze krijgen van mij allemaal een a3 vel waarop ze in het midden groot het begrip natuurverschijnselen zetten. Hieromheen komen de begrippen. Vervolgens pakken ze de tekst erbij en gaan de gelezen informatie verwerken in de mindmap.Tijdsduur 25 minuten
Slot: We bekijken een aantal mindmaps en de leerlingen dragen deze ook voor. Wat weten jullie nu wat jullie voor deze lessen nog niet wisten?
Tijdsduur 15 minuten