Toepassingskaart 7: De wereld door de ogen van...

Toepassingskaart 7: De wereld door de ogen van...

 

In 1911 kwamen de eerste Chinezen aan in Nederland. Pas na 1975 kwam er een grotere stroom Chinezen naar Nederland. In deze gezinnen is Kantonees de voertaal, in een klein deel wordt ook Nederlands gesproken. Kenmerkend voor de meeste Chinezen is dat zij na hun vestiging in Nederland werkzaam zijn in de Chinees-Indische restaurantsector. De werkbelasting is daar heel hoog.

Een typerende Chinese uitdrukking voor de taakverdeling tussen man en vrouw is: yim fu si mu, die betekend ‘vader is streng, moeder is aardig’. Over het algemeen zorgen de moeders voor het huishouden en de verzorging van de kinderen. Dit is 90 procent van de taken. Vaders dragen meer bij in steunende en corrigerende zin bij aan de opvoeding als de kinderen ouder zijn. Vaders zien zich als een moreel leidsman, hij moet het goede voorbeeld geven door zich rechtvaardig en deugdzaam te gedragen. Vaders die hoger opgeleid zijn en behoren tot de tussengeneratie nemen meer verzorgende taken voor hun rekening. Er is weinig mening verschil tussen de ouders, omdat de opvoeding grotendeels in de handen van de moeder ligt. In een aantal gezinnen uit het onderzoek wonen één of meer grootouders in die helpen bij de opvang en verzorging van jonge kinderen. In een aantal gezinnen zijn er ook Nederlandse vriendinnen die helpen met de opvoeding. Ook de oudere kinderen uit een gezin helpen mee bij de opvoeding van de jongere kinderen. De meeste vaders vinden het opvoeden van de kinderen in Nederland makkelijker dan in China. De reden enerzijds: De sociale en onderwijsvoorzieningen en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De reden anderzijds: De veranderingen in China, waar kinderen tegenwoordig ook assertief ouden zijn en misschien zelf brutaler en opstandiger dan hun eigen kinderen in Nederland.

De Chinese visie op de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen gaat uit van een stapsgewijs verloop, en van de overtuiging dat mensen alles kunnen leren. In de eerste levens jaren staat een goede verzorging en voortdurende aandacht centraal De visie van de ouders is dat kinderen tussen het eerste en tweede jaar leren lopen, praten en zindelijk worden. Tussen het tweede en vierde levensjaar moeten zij geleidelijk voor zichzelf leren zorgen. Tussen het vierde en zesde jaar begint het echte leren. De kinderen gaan naar de basisschool en leren zich te gedragen in de omgang met anderen.

Opmerkelijk:

  • Speelgoed is voornamelijk gericht op ontwikkeling.
  • Televisie is voornamelijk voor educatieve doeleinden.
  • Gemiddeld kijken de kinderen niet meer dan 2,5 uur tv
  • Kinderen lezen veel, vooral meisjes

Rond 10 a 12 jarige leeftijd zijn de kinderen zelfstandig, richten zich meer op de buitenwereld en kennen hun verantwoordelijkheden. Ze zijn te oud om getroost en geknuffeld te worden en zijn te oud voor lichamelijke straffen. De rol van de ouders word meer toezichthoudend en sturend. De invloed van de vader neemt meer toe, naarmate de kinderen ouder worden. De meeste moeders verwachten dat hun kinderen volwassen zijn als ze 16 a 20 jaar zijn.

  1. Presteren is het belangrijkste opvoedingsdoel bij de Chinese ouders.
  2. Conformisme, in de vorm van respect voor ouderen, oppassendheid, beleefdheid, het recht pad volgen en gehoorzaamheid, noemen de meeste ouders als belangrijk doel.
  3. Sociale autonomie, in de betekenis van zelfstandigheid, individualiteit, verantwoordelijkheid en eerlijkheid.

De steun is, in tegenstelling tot de Chinese cultuur en familie-ideologie, kindgericht. Steun wordt dan gegeven in de vorm van zorg, bemoediging, acceptatie, hulp en uitleg. De meeste moeders kiezen eenzelfde aanpak voor het oudste en voor het jongste kind. Ze vinden wel, dat ze na het eerste kind meer zelfvertrouwen hebben gekregen.

De band tussen moeder en kind is niet hetzelfde bij jongens als bij meisjes. Bij de jonge jongens heeft de moeder intensief contact, maar hoe ouder ze worden hoe minder contact ze hebben. Bij meisjes maakt het niet uit. Zij blijven altijd een goede band met hun moeder houden. Sommige moeders kiezen ervoor om niet meer in het restaurant te werken en daardoor vaker bij hun kinderen te zijn.

Belonen wordt nauwelijks gedaan. Kinderen raken namelijk door belonen verwend of worden arrogant. Hierdoor wordt er veel gestraft. De vader waarschuwt, straft fysiek of praat met het kind. De moeder houdt zich niet strikt aan de regels die er zijn, maar wanneer ze straft doet ze dit door te praten of te straffen. Er is ook tussen het jonge kind en het oude kind een verschil in straffen. Jonge kinderen worden gecorrigeerd door straffen. Terwijl oudere kinderen worden gewaarschuwd en vervolgens er uitleg over krijgen. Enkele straffen zijn: naar de gang sturen, een tijdje in de kast of de wc opsluiten, straf regels opgeven, extra huiswerk laten maken of een huishoudelijk klusje opknappen.

De Chinese ouders hechten veel belang aan het behoud van de Chinese taal. Er zijn speciale Chinese scholen, deze scholen worden zowel organisatorisch als financieel draaiend gehouden door de eigen gemeenschap. Ze verzorgen, vooral op zaterdagen, onderwijs voor Chinese kinderen van verschillende leeftijden. De traditionele Chinese cultuur kent verschillende geloven zoals boeddhisme, taoïsme en confucianisme. Er wordt ook veel waarde gehecht aan feestdagen, die ook een religieuze betekenis hebben. Chinezen zien het leven als een geschenk dat je ontvangt van de geesten van je voorouders. Familie speelt een belangrijke rol, je kunt spreken van een familie-ideologie. Er is een strakke hiërarchische ordening naar generatie en geslacht. Kinderen hebben bepaalde verplichtingen naar hun ouders toe, zoals kuisheid, beleefdheidsregels en bescheidenheid. Het krijgen van kinderen is het doel van het huwelijk. Veel ouders rekenen op steun van hun kinderen.

De kinderen worden scherp in de gaten gehouden. Met welke vrienden gaan ze om? Wat doen ze in hun vrije tijd? Meisjes worden scherper in de gaten gehouden en meer aan huis gebonden dan jongens. Bij beide is het ongewoon om uit te gaan. De ouders hebben hogen verwachtingen. Hierdoor ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de kinderen. In het weekend gaan ze vaak naar de Chinese school. Bovendien werken ze in het restaurant of voeren ze huishoudelijke taken uit.

De relatie die de kinderen krijgen is ook belangrijk voor de ouders. Zo willen ze voor hun zoon een Chinese vrouw, omdat de vrouw deel uit gaat maken van de familie. Voor hun dochter willen ze een Chinese man, maar het mag ook een Nederlander zijn. Het enige waar de ouders het met de kinderen niet over hebben en waar ook een taboe op rust is seksuele voorlichting. Dit onderwerp wordt aan school over gelaten.

De Chinese ouders zijn meestal wel tevreden over het Nederlandse onderwijssysteem. Toch hebben ze er ook wat kritiek op. De moeders weten niet hoe ze de leerlingen kunnen begeleiden tijdens de schoolperiode, terwijl ze dit wel graag willen doen. Ook kritisch omdat het vervolg onderwijs niet van zelfsprekend is voor de leerlingen, er is daar dus een onderlinge strijd. Wat de ouders hier ook willen. Het onderwijs vinden de ouders hier ook te vrijblijvend en niet serieus genoeg. Aan de ene kant wel lekker rustig maar aan de andere kant niet goed. Grote druk dus op de leerlingen, ouders houden de rapporten goed in de gaten en willen dat de kinderen presteren. Druk voor de leerkrachten is er omdat in China de school verantwoordelijk is voor het onderwijs en nemen gedeeltelijk de opvoedingstaken van ouders over. Dat wordt hier ook van de leerkrachten verwacht. Chinese kinderen zijn in de klas erg stil, omdat dit moet van de ouders. Hierdoor krijgen ze niet altijd de aandacht en hulp die ze nodig hebben en worden over het hoofd gezien.

Chinese jongeren halen een hoger vervolg onderwijs ten opzichte van andere allochtone jongeren. Namelijk HAVO of VWO. Ze gaan alleen wel vaker zonder diploma van school of stromen af. Dit komt door de taal achterstand. Ouders zien dit meestal niet, maar wanneer ze wel een probleem zien leggen ze het wel gelijk op de taal. Soms krijgen deze leerlingen logopedie.

 

De school
Het palet – Den Haag

Casus leerling
Chani is een tweede generatie Chinees. Haar vader is met haar moeder naar Nederland verhuisd. Chani is geboren in Nederland. De vader van Chani heeft een eigen restaurant. Zijn vrouw werkt hier ook. Chani is opgevoed in het restaurant en door haar opa en oma. Haar ouders zijn daar veel aanwezig. Chani zit inmiddels in groep 8 van Het Palet te Den Haag. De moeder van Chani heeft haar dochter op traditionele wijze opgevoed, omdat zij dit van huis uit heeft meegekregen. Samen met haar broertje wonen zij in een huurhuis in de schilderswijk.

Beeld van de leerling
1.    Wat komt de leerling tegen in onze basisschool, thuis, de wijk, enz.?
Het meisje zit in groep 8 op basisschool het Palet. Basisschool het Palet is een Katholieke school in de Haagse Schilderswijk. Deze wijk kenmerkt zich voornamelijk door de veelkleurigheid van de bewoners.
De meeste grootouders van de kinderen op deze basisschool komen uit andere landen, waarbij er vijf hoofdgroepen zijn aan te wijzen: Marokko, Turkije, Suriname, Nederlandse Antillen en Ghana. Door de veelkleurigheid van de bewoners in deze wijk en de school, komt het meisje veel in contact met kinderen van andere culturen en komt ze ook kinderen uit haar eigen cultuur tegen. Ze wordt opgevoed door haar ouders en groot ouders. Dit is in de Chinese cultuur niet vreemd. 

2.    Hoe gaat de leerling om met verschillen in opvoeding?
Op school en in de wijk zijn er veel verschillende nationaliteiten, culturen en geloven. Dit betekend dus ook dat er verschillen zijn in opvoeding. Chani wordt heel zelfstandig opgevoed en weet wat er in de maatschappij gaande is. Ook wordt hij bijgebracht dat ze goed haar best op school moet doen, wil ze wat bereiken. Het omgaan met de verschillen in opvoeding kan soms lastig zijn. Turkse en Marokkaanse kinderen wordt namelijk geleerd dat de man aan het hoofd staat van het gezin en dat de vrouwen ondergeschikt zijn. Het omgaan met verschillen in opvoeding met de Westerse kinderen is geen probleem, want deze verschillen zijn er bijna niet. De Surinaamse vrouwen zijn altijd al geëmancipeerd geweest. De Surinaamse meisjes worden opgevoed met de uitspraak: Je diploma is je eerste man. De meisjes mogen niet zwanger worden voordat ze gestudeerd hebben en een diploma hebben behaald. De Surinaamse jongens worden vooral op het rechte pad gehouden.

3.    Welke kansen heeft de leerling?
In de onderstaande bron kun je zien dat het percentage Chinese met een voltooide opleiding havo/vwo/mbo 2-4 in het vierde kwartaal van 2011 45,9% was. Het gemiddelde inkomen van een chinese vrouw was in 2008 €2188,-.
De kansen van Chani zijn groot. Haar ouders vinden het heel erg belangrijk dat Chani een goede opleiding kan volgen en zullen er ook alles aan doen om dit te regelen voor hun dochter. De moeder van Chani is zelf laagopgeleid, maar wil graag dat Chani de kansen krijgt die zij niet gehad heeft. In Nederland is het goed mogelijk met een lening van DUO om te gaan studeren. 

Bron: CBS Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2011

 

Bron: CBS Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2011

4.    Welke vormen van beeldvorming (vooroordelen m.b.t bevolkingsgroep) kan de leerling tegenkomen?
In Nederland hebben Chinesen de reputatie dat ze hard werkende mensen zijn. Voor dit meisje zou dit vooroordeel kunnen betekenen dat ze makkelijk een baan kan vinden. De leerling kan ook discriminatie tegen komen op het gebied van haar uiterlijk. Het grootste deel van de moeders uit het boek ‘van alles wat meenemen’ geeft aan dat ze weinig last hebben van discriminatie. Ze leren hun kinderen dat je niet moet discrimineren, maar ook niet alles als discriminatie moet bestempelen.

5.    Welke invloed heeft cultuur en levensbeschouwing op de ontwikkeling van de leerling?
De invloed die de cultuur en levensbeschouwing op het leven Chani heeft is dat Chani erg beleefd is tegen onbekenden. Toch heeft zij een duidelijke mening, maar durft hier niet voor uit te komen. 

6.       Hoe beleeft de leerling zijn of haar omgeving
Chani beleeft haar omgeving als haar thuis. Zij spreekt deze taal en haar voorouders ook. Omdat er in de schilderswijk ook veel Surinaamse gezinnen wonen is zij gewend aan de gebruiken, gastvrijheid en opvoeding die de Surinamers eigen is. Maar omdat zij ook tussen de mensen uit andere culturen woont en op school zit krijgt zij veel mee van hoe het is in een ander gezin met een ander geloof of cultuur. Dit is wat zij om zich heen beleeft.

 

Wat betekend dit voor jou als leerkracht

1.    Welke mogelijkheden heb je en moet je zoeken om dit kind in zijn of haar ontwikkeling op de verschillende gebieden te ondersteunen, zodat het zich adequaat kan ontwikkelen?
De mogelijkheden die jij als leerkracht hebt is dat jij jouw leerlingen extra informatie kan bieden. Zij zijn erg leergierig. Ook is het belangrijk dat Chinese kinderen niet te veel werk mee geeft. Dit is wel iets waar de ouders ook naar vragen op de scholen. Zij vinden het belangrijk dat hun kinderen veel leren.

2.    Welk leerkrachtgedrag is noodzakelijk?
Er is geen specifiek leerkrachtgedrag noodzakelijk. Zorgen voor een veilige leeromgeving, stimulatie, plezier en autonomie. Echter zijn deze punten voor andere kinderen ook belangrijk. 

3.    Hoe ga je om met discriminatie?
Discriminatie kun je niet voorkomen, maar je kunt wel veel bereiken door met de leerlingen in gesprek te blijven. Het is belangrijk dat leerlingen de verschillende kenmerken leren van verschillende etnische, religieuze en levensbeschouwelijke groepen in de klas en de Nederlandse samenleving. De cultuurkenmerken moet je als leerkracht op een respectvolle manier bespreken en de cultuurverschillen kunnen worden besproken. Ook is het belangrijk dat je als leerkracht aandacht schenkt aan de verschillende lagen van een cultuur. Denk hierbij aan dagelijkse culturele uitingen zoals bijv. feesten en voedsel en de normen en waarden van een bepaalde cultuur.
Het is belangrijk dat je de kinderen eigenwaarde van de kinderen stimuleert: kinderen die niet lekker in hun vel zitten, zullen gemakkelijk hun toevlucht zoeken tot agressie of onverdraagzaamheid
Ook is het belangrijk dat je als leerkracht de kinderen gelijkheid enzelfstandigheid aanleert: alle mensen hebben gelijke rechten. Probeer bij meningsverschillen en conflicten in de klas naar iedereen te luisteren.
Ten slotte is het belangrijk dat je leerlingen leert om kritisch naar iets te kijken: sta kritisch tegenover stereotypen en eenzijdige oordelen. Bevorder kritisch zijn ook door aandacht te besteden aan de manier waarop leerlingen over elkaar praten.

4.    Welke rol spelen de ouders?
De meeste moeders in het onderzoek dat is uitgevoerd in het boek ‘van alles wat meenemen’ zijn nauw betrokken bij activiteiten van de school van de kinderen. De moeders hebben regelmatig contact met de leerkracht en ze bespreken thuis het school presteren met de kinderen. Problemen op school worden vaak met de leerkracht besproken. In het voortgezet onderwijs beperkt het contact met de school zich vaak tot ouderavonden.

5.    Wat heb je nodig om je werk goed te kunnen doen? Wat kan de school voor jou betekenen? Wat kan de overheid voor jou betekenen?
Voor de omgang met verschillende culturen is het van belang dat je kennis hebt van verschillende culturen. Gebruiken en gewoontes moet je kennen en respecteren.

Doorzoek de website

© 2011 Alle rechten voorbehouden.