Toepassingskaart 1 Zelfanalyse deel 2

Toepassingskaart 1 Zelfanalyse deel 2


Hieronder vindt u in het zwart de uitwerkingen van deel 1. Het rode gedeelte zijn de veranderingen en/of toevoegingen aan het eind van dit project.

Welke invloeden en achtergronden hebben mij gevormd tot de persoon die ik nu ben?

Wie hebben mij gevormd tot de persoon wie ik nu ben? Zowiezo mijn ouders. Ze zorgen nu al 21 jaar voor mij. Daarnaast mijn tante waar ik toen ik klein was een graag geziene gast. Ik ben atheïst, maar met een christelijke opvoeding. Dat wil zeggen dat ik niet geloof dat er goden zijn. Ik geloof wel dat er iets is. Mijn beide ouders hangen geen geloof aan, maar zehebben mij wel de normen en waarden van het christelijke geloof meegegeven. Mijn vader heeft niet lang gestudeerd. Mijn moeder daarentegen is nog steeds bezig met het volgen van allerlei cursussen om haar diploma te behouden. Mijn politieke voorkeur is rechts. Ik houd van aanpakken en niet van allemaal geneuzel en onzinnige subsidies. Mijn stage afgelopen semester heeft bijgedragen tot de persoon die ik nu ben. Ik had nooit verwacht dat ik het zo leuk zou vinden daar. Bovendien heb ik nog nooit zoveel ‘cultuur’ om mij heen gehad. Misschien ga ik zelf mijn lio daar wel lopen. Ik heb gezien dat er ook een andere kant is, dan wat je op tv ziet. Over het algemeen zijn mijn meningen niet veranderd, maar ik kijk nu met meerdere brillen. Ik weet nu dat het ook anders kan, dan dat we allemaal denken.

Met welke sociale groep of groepen indentifficeer ik mij momenteel het meest?

Met mijn vrienden associeer ik mij op dit moment het meest. Ik kan mezelf zijn bij hen. Ze accepteren mij en niks moet en alles mag. Hierbij word ik toch iets volwassener. Ik heb getekend voor een huurhuis, dat betekend dat ik in september samen ga wonen. Alles moet ik dan zelf gaan doen en dat geldt ook voor de kosten. Het voordeel is wel dat het jongeren woningen zijn. Al mijn buren zijn van mijn leeftijd. Zo wordt een oude vriend ineens je buurman en een oud-klasgenoot van de basisschool je buurvrouw. 

Welke voor mij geldende specifieke achtergronden zouden van invloed kunnen zijn op mijn lesgeven?

Mijn geloof en opvoeding zullen invloed hebben op mijn manier van lesgeven. Evenals mijn politieke voorkeur. Door mijn stage in groep 8 heb ik gezien dat als leerlingen moeite hebben met de taal, dan gaat de rest ook minder goed. Het begint dus allemaal bij taal.

In hoevere kan ik mijn pedagogisch-didactisch handelen beschouwen als transcultureel?

Ik heb een open leefhouding waarbij ik andere waarden en normen respecteer, maar accepteren niet. Ik denk dat ik wel in staat ben cultuurverschillen te overbruggen, maar niet allemaal. Zo is er een probleem wanneer er een taalbarrière is en heb ik moeite met mensen die geen hand geven. Aan dit laatste merkte ik dat ik daar veel waarde aan hecht. Een voorbeeld: “Tijdens de 10-minuten gesprekken kwam er een vrouw binnen en die gaf mijn geen hand. Vervolgens heb ik het hele gesprek niet meegekregen. Ik kon er niet tegen.” Ik denk dat ik goed op weg ben om leerlingen te begeleiden bij hun culturele identiteitsvorming. Ik volg de vakverdieping golev openbaar. Hierdoor krijg ik vanuit alle culturen de basiskennis mee. Deze kennis kan ik weer voor het begeleiden gebruiken. Bovendien hebben de lessen van kleur daar ook toe bijgedragen. Hierdoor begrijp ik de kinderen en kan ik andere kinderen uitleggen van het hoe en het wat van de diverse geloven. Bovendien kan ik een groepsgesprek beter leiden op het moment dat we het hebben over cultuur.

Denk ik dat ik een speciale bijdrage kan leveren aan de realisering van interculturele taken van de basisschool?

Ik denk dat ik net als elke leerkracht heel goed bij kan dragen aan de realisering van interculturele taken van de basisschool. Hoe precies weet ik nog niet. Ik kan heel goed helpen met de feesten organiseren, maar verder dan dat is het meer een taak om er samen met elkaar uit te komen. Ik vind dat ik op dit moment ook te weinig ervaring heb om veel bijdrage te leveren aan realisering van interculturele taken.

Hoe ziet mijn visie op de huidige maatschappij er nu uit?

Ik zie het als een uitdaging om elke leerling zo goed mogelijk te begeleiden, zodat hij uiteindelijk op de plek terecht komt waar hij/zij behoord. Verder zie ik uitdaging om goed voor jezelf te zorgen. Zorgen dat iedereen, groot/klein, blank/zwart, gelovig/ongelovig, geel/groen en rijk en arm, zover kan komen op de sociale- en de intellectuele ladder zoals hij of zij aan kan. 

Ik zie de bedreiging dat er totaal geen respect meer is voor een hogere macht. Daarmee wil ik zeggen het ondermijnen van gezag van politie, brandweer, ambulance en leerkrachten. Verder de bedreiging van de steeds groter wordende groep moslim jongeren die alles doen wat niet mag, waarbij de mede mens er ook de dupe van is. En tot slot zie ik het steeds verslechterende onderwijs en de zorg als een bedreiging. Een steeds groter wordende kloof tussen mensen. Ook zi eik dat mensen steeds meer het geloof te serieus nemen. Geloven gaat om wat jij voelt en wat jij denkt dat goed is voor jezelf en voor je mede mens.

Hoe kijk ik aan tegen de integratie van allochtone groepen in de samenleving?

Als het lukt, dan kijk ik er erg positief naar. Helaas wordt het steeds vaker bewezen dat integratie mislukt. Dit heeft nog een hele lange weg te gaan.

Hoe ervaar je andere religies dan de jou goed bekende?

Ik ervaar ze niet. Ik zie heel veel mensen die religie verkeerd bekijken. Pak de belangrijkste punten uit een religie. Punten die bij jou passen en die de mede mens niet schaad. Waarom zou je een of ander boek van zoveel jaar oud volgen. Het is maar papier.

Hoeveel vrienden / kennissen met een andere culturele -en/of buitenlandse achtergrond heb je?

Eén. Vijf of zes.

Welke invloed hebben gesprekken met kinderen en ouders met andere culturele achtergronden op mij gehad?

In de tien minuten gesprekken die ik laatst bijgewoond heb ben ik iets anders gaan kijken naar hoe de ouders met andere culturele achtergronden zijn. Ik ben iets positiever geworden, maar sommige vooroordelen zijn juist bevestigd. Vaak positief en vooral hoe ze met enthousiasme over het geloof praten. Maar soms ook negatief, dat ik denk: ‘Wat doe je daar? Dat heeft niks met geloven te maken.’

 

 

Doorzoek de website

© 2011 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis website Webnode