Intercultureel onderwijs

30-11-2011 18:18

Wat verwacht ik te leren voorafgaand aan de themabijeenkomst?

  • Je kunt het begrip 'cultuur' omschrijven.
  • Je beheerst de begrippen: stereotypering, vooroordelen, generalisatie, pygmalioneffect, conformisme en beïnvloeding.
  • Je kunt de consequenties voor het onderwijs van het aanwezig zijn van cultuurverschillen verworden

 

Is deze verwachting uitgekomen?

Cultuur

Mijn eigen cultuur ervaar ik als vanzelfsprekend. Je vergeet snel dat je die hebt. Cultuur in deze zin omschrijven je als de normale manier van denken, voelen, praten en doen. Een manier die je hebt geleerd vanaf je kind-zijn, thuis, op school, op straat, op de sportclub. ʻCultuurʼ leer je van je ouders, broers, zussen, vrienden en natuurlijk ook van leerkrachten.

Waarnemen

Continu zijn onze zintuigen bezig met het verwerken van alles wat er om ons heen gebeurd. We zouden, als we ons van elke afzonderlijke boom een beeld vormen, aan het bos niet meer toekomen. Gelukkig bezit ons denken een instrument om dat probleem het hoofd te bieden: het vormt categorieën, waarin indrukken min of meer georganiseerd in soorten kunnen worden ondergebracht. Waarnemen = categoriseren.

Generaliserende uitspraken
over één kam scheren, geen onderscheid maken

Een uitspraak over een categorie kan in zijn algemeenheid wel waar zijn, maar hoeft niet te gelden voor alle afzonderlijke leden van die categorie. “De jeugd van tegenwoordig is lui.” Als je een uitzondering tegen komt op de regel moet je gaan twijfelen of de regel wel klopt. 

Stereotypen

Oordelen over eigenschappen of gedragingen van leden van groepen die niet of niet voldoende op feiten zijn gebaseerd.

Het digitale Nederlandse woordenboek Van Dale (2008) definieert 'stereotype' dan ook als 'vastliggend beeld' of 'karakterisering'. Bij het daadwerkelijk toepassen van stereotypen - het 'stereotyperen' - is sprake van stereotypering, hetgeen door deze bron verwoordt wordt als: "het isoleren van één eigenschap uit een verzameling van eigenschappen en het voorstellen van die eigenschap als representatief voor de hele verzameling."

Een stereotype is hierbij een overdreven beeld van een groep mensen dat niet klopt met de werkelijkheid. Het is vaak een vooroordeel of negatief en wordt vaak gebruikt als rechtvaardiging van bepaalde discriminerende acties. Stereotypen kunnen gebaseerd zijn op ras, etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid, nationaliteit, geloof, beroep of sociale klasse.

Stereotypen worden ook vaak gebruikt op televisie, cartoons, moppen, strips, tekenfilms, propaganda, reclame, literatuur,.... Ze zorgen ervoor dat het publiek zich snel kan identificeren met de personages en meer betrokken raakt. Zo worden koningen vaak afgebeeld met een kroon, blondines als domme vrouwen, postbodes in uniform met pet, butlers en politici als onbetrouwbare figuren, joden als rabbijnen, homoseksuelen als verwijfde mannen, landbouwers met een hooivork, Fransmannen met een baret, snor en stokbrood onder de arm,....

In sommige culturen en maatschappijen gaan bepaalde stereotypen al zolang mee dat ze vele mensen ze onbewust ingeprent krijgen. Reclame, media en de omgeving waar men in opgroeit bevestigen het stereotype en behandelen het ook vaak alsof het om echte feiten gaat. Een bekend voorbeeld zijn de vele magazines die op vrouwen en mannen gericht zijn en waarbij beide geslachten elkaar voortdurend veralgemenend voorstellen. Mannen worden bijvoorbeeld afgeschilderd als wezens die enkel in voetbal en seks geïnteresseerd zijn en vrouwen alsof ze enkel geboeid zijn door kinderen, chocola en winkelen.

Het pygmalioneffect (Ofwel ‘Selffulfilling prophecy’)

De zichzelf bevestigde voorspelling van verwacht gedrag van anderen beïnvloedt het eigen gedrag zodanig, dat het voorspelde gedrag van die anderen daardoor wordt opgeroepen.

  • Beleggingen: Schrijft een gezaghebbende krant dat een fonds in waarde zal stijgen, dan zullen de lezers massaal dat fonds aanschaffen. Het gevolg is dat de waarde inderdaad stijgt.
  • Economie: Als de minister van financiën van een land de bevolking waarschuwt dat er barre economische tijden in het vooruitzicht zijn, is het goed denkbaar dat mensen, ter voorbereiding op deze onheilstijding hun bestedingen fors terugschroeven om een reserve te kweken voor als het economisch tegen gaat zitten. Hierdoor lopen de bestedingen terug, en komen bedrijven bij het wegvallen van hun afzetmarkt massaal in de problemen. Dit vertaalt zich in massaontslagen en de barre tijd waarvoor de minister waarschuwde is aangebroken.
  • Economie: De Bank of Scotland ging failliet door een zelfbevestigende voorspelling; er werd geroddeld dat de Bank of Scotland op de rand van het faillissement stond. Dit was niet waar, maar alle mensen gingen tegelijkertijd hun geld afhalen waardoor de bank inderdaad failliet ging.
  • Paranormale: Ook bij helderzienden en astrologen speelt het fenomeen een rol: de klant die zijn gedrag afhankelijk stelt van de voorspelling kan ernaar handelen en deze bewust of onbewust doenuitkomen. Zo kan een negatieve uitspraak van een astrologe of tarotkaartlegger een liefdesrelatie op termijn ondermijnen door de systematische vertwijfeling of angst die daardoor bij goedgelovige partners wordt ingeboezemd.
  • Studie: Ik ga slecht presteren op die toets → grotere kans dat je effectief ook slecht scoort = faalangst

Dit effect wordt ook Rosenthaleffect genoemd, naar een belangrijk psychologisch experiment uitgevoerd door de psycholoog Robert Rosenthal van Harvard in 1966. Rosenthal nam intelligentietesten af van leerlingen, maar vervalste de uitkomsten willekeurig. Hij gaf de vermeende resultaten aan de leerkracht. De leerlingen die volgens de vervalste tests als "intelligent" golden, behaalden veruit betere resultaten op school dan degenen die als "minder intelligent" golden. Blijkt dat de onbewuste houding van de leerkracht in kwestie, bepaalde leerlingen meer bevoordeelde.

Vooroordeel

Een (etnisch) vooroordeel is een antipathie gebaseerd op een onjuiste en starre generalisatie, die wordt gevoeld of uitgedrukt tegen een groep als geheel, of tegen een individueel persoon omdat hij deel uitmaakt van die groep.

  • Er is sprake van een vijandig oordeel.
  •  Dat oordeel betreft een groep of een individu als lid van een groep.
  • Het oordeel wordt niet of onvoldoende door feiten ondersteund.
  • Het oordeel blijkt in hoge mate onveranderbaar.
  • Discussie: Vaak ‘welles-nietesspel'

Conformisme

Conformisme slaat op het aanpassen van zichzelf aan het gedrag en de opvattingen die heersen in een bepaalde groep met als doel geaccepteerd te worden binnen deze groep. 
Binnen de groep heerst er conformiteitsdwang. Dit is de dwang tot aanpassing aan de opvattingen en gedragingen die binnen de groep heersen. Past iemand zich niet aan, loopt deze persoon het risico buiten de groep te worden gezet.
Mensen zijn sociale wezens en willen daarom graag bij een groep horen en relaties aan gaan met andere mensen (bijvoorbeeld een vriendenkring). Daarom beschikken zij over een conformiteitsdrang: de neiging om zich aan te passen.
De neiging tot conformisme kan zowel voorkomen in kleine groepen, zoals een vriendenkring, als ook in grotere gemeenschappen, zoals een maatschappij.

Stel dat binnen een groep een zeker vooroordeel bestaat, dan zorgen de conformiteitsdwang en de conformiteitsdrang te zorgen voor een sterk fundament voor de instandhouding van dat vooroordeel.

Wat ben ik van plan met de aangeboden kennis / inzichten te gaan doen?

 

In iedere klas - dus niet alleen in multiculturele klassen - heb je als leerkracht te maken met verschillende manieren van praten, denken en doen, kortom: met verschillende culturen. Hoe kun je recht doen aan deze verschillen? Vind je dat alle verschillende manieren even goed of gelijkwaardig zijn? Hoe kun je gevoelig worden voor verschillen in cultuur? 

De discussie over cultuur en cultuurverschillen in de klas behoort te beginnen met kijken naar de eigen cultuur, zeker als die in je sociale omgeving de overheersende is. De tweede stap in de discussie bestaat uit vergelijken. Welke verschillen tussen jou en mensen met een andere culturele achtergrond blijken ook werkelijk cultureel van karakter? Welke overeenkomsten, die op het eerste gezicht misschien helemaal geen overeenkomsten leken, worden zichtbaar? En vooral ook, welke verschillen blijken juist niet cultureel van karakter? De derde stap ten slotte bestaat eruit de misverstanden te achterhalen, die veroorzaakt werden doordat mensen met verschillende culturele achtergrond elkaars uitspraken en gedragingen interpreteerden vanuit eigen culturele perspectief.

Bovenstaande neem ik mee in mijn verdere carrière. Verderben ik me nu al meer bewust van hoe wij mensen eigenlijk kijken. Ik ga ook het pygmalioneffect toepassen. Als ik positief ben over hoe mijn stagebeoordeling zal zijn, dan zal mijn les beter zijn.

Een betere wereld begint bij jezelf

Terug

Doorzoek de website

© 2011 Alle rechten voorbehouden.